Vervaardiger
Jheronimus BoschPeriode en datering
16de eeuw 15de eeuwHet drieluik toont de drie hoofdmotieven uit het verhaal van het einde der tijden. Het middenluik stelt het Laatste Oordeel voor, waarbij Christus verschijnt in zijn apocalyptische gedaante, omringd door vier bazuinende engelen en een aantal heiligen. De lelietak en het zwaard volgen zijn handgebaar: respectievelijk opwaarts in de richting van de gelukzaligen, neerwaarts naar de verdoemden. Het hemels paradijs op het linkerluik en de hel op het rechterluik tonen de reeds voltrokken toestand na het Oordeel. Bizar en fantastisch in de uitbeelding van gelukzaligheid en verdoemenis, is het schilderij vooral wat de opvatting van het Oordeel zelf betreft onconventioneel. Zowel het motief van de opstanding der doden als het verzamelen van de uitverkorenen schijnt de schilder bewust achterwege te hebben gelaten. Christus verschijnt boven een monsterachtige in ondeugd en dwaasheid levende wereld, die reeds een hel op zichzelf is. De typische stijl van Jheronimus Bosch is herkenbaar in de kleine figuren, de bizarre en monsterachtige elementen, de kleuren en de fijne, transparante schilderwijze. De moraliserende bedoeling is hier duidelijk. Gesloten vertoont het drieluik resten van een doornenkroning in grisaille, die oorspronkelijk ononderbroken over de twee luiken doorliep.
TOPSTUK
Het drieluik van Jheronimus Bosch met het Laatste Oordeel toont een typisch ‘Boschiaans’ universum, waarin hemel (het paradijs, links) en hel (rechts) worden bevolkt door bijzondere mensen, dieren en fantasiewezens. Museumbezoekers komen vaak ogen te kort. Waarschijnlijk is deze reactie van verwondering én bewondering ongeveer dezelfde als die van de mensen die in Bosch’ eigen tijd voor het schilderij stonden. Ondanks de traditionele onderwerpkeuze en triptiek-vorm functioneerde het mogelijk als een zogenaamd conversatiestuk: een werk dat bedoeld was om onderwerp te zijn van gesprek, in de eerste plaats tussen de opdrachtgever of de eigenaar van het werk en zijn vrienden. De intellectuele bezigheid van het samen kijken naar kunst en erover converseren is bekend uit de context van het hof. We weten dat Bosch zich in dergelijke kringen bewoog. In 1504 maakte hij bijvoorbeeld een Laatste Oordeel (verloren gegaan) voor de Bourgondische hertog Filips de Schone.