De Boodschap van de engel aan Maria voltrekt zich midden in de beuk van een gotische kerk. Een openstaande deur ontsluit een strook van de heldere buitenwereld. De ramen zijn kleurloos, behoudens enkele figuratieve medaillons in het grote glasraam boven het portaal, dat een ingewikkeld gotisch tracé vertoont. Het grote medaillon stelt de Kroning van Maria voor, de twee kleinere bevatten schildjes met een witte vaas met lelies en een witte toren, wellicht de ivoren toren uit het Hooglied, symbolen van Maria's maagdelijkheid en onbevlekte ontvangenis. De architectuur is vereenvoudigd maar constructief realistisch uitgewerkt en de behandeling van het complexe lichteffect, veroorzaakt door drie lichtbronnen van verschillende natuur (glasramen, deuropening en algemene tafereelverlichting schuin links buiten het schilderij), geeft de subtiele sensatie van een werkelijke ervaring. In de holte van de halfronde okerkleurige stenen arcade, die als venster op het tafereel werkt, zijn witstenen gebeeldhouwde tafereeltjes aangebracht, zoals in de portaalboog van een kerkgevel. De vier tafereeltjes hebben betrekking op Maria's voorgeschiedenis, van links naar rechts: de Boodschap aan Joachim, de Ontmoeting bij de Gouden Poort, de Geboorte van O.-L.-Vrouw en de Tempelgang. De profetenbeeldjes links en rechts op een zuiltje kunnen niet aan de hand van hun attributen (boek, schriftrol) geïdentificeerd worden. De deuropening geeft uit op een kanaalachtig stadsgezicht dat wel aan Brugge herinnert. Of de twee pauwen op het muurtje hier de Verrijzenis symboliseren, is moeilijk uit te maken. Het zijn paradijselijke vogels, die het eeuwige leven oproepen en aldus zeker passen bij het begin van het verlossingsverhaal.
Vervaardiger
Petrus ChristusPeriode en datering
15de eeuw