Fabricant
Beersmans-Pleek (uitgever), Beersmans-Pleek (drukker)Période et datation
(1866 - 1902)Prent over het verhaal van Kleinduimpje in twaalf taferelen. In de eerste scène worden een man en een vrouw afgebeeld zij zitten tegenover elkaar bij een raam. Achter de man is een kleine jongen zichtbaar. Het onderschrift vertelt dat de man een houthakker is en dat hij en zijn vrouw besloten hebben om hun zeven kinderen in het bos achter laten. Omdat zij het geld niet hebben om voor hun kinderen te zorgen. In het geheim luisterde hun zoon Kleinduimpje hen af. In het laatste tafereel zien we Kleinduimpje die terugkeert bij zijn ouder. Hij is in de deuropening afgebeeld met veel te grote laarzen en een fortuin in handen. De ouders van Kleinduimpje en zijn broers zijn afgebeeld met open armen om hem te ontvangen. Rond 1870 nam Beersmans de houtblokken voor mannekensbladen over van stadgenoot Antoine Van Genechten. Deze waren afkomstig van de verdeling van hun vroegere vennootschap Glénisson & Van Genechten (1833 – 1856), die eerder houtblokken voor mannekensbladen had overgenomen van Thompson uit Rotterdam. Deze prent is een herdruk van prent nr.57 uit het fonds van Thompson.