Fabricant
Jan Jaak de Grave (prentmaker), Galerij 't Leerhuys (uitgever)Période et datation
20ste eeuwIn 1982 werd een Nederlandse vertaling van de Latijnse tekst over het leven van de heilige Godelieve van Gistel uitgegeven. De oorspronkelijke tekst, "Vita Godeliph", werd omstreeks het jaar 1084 geschreven door de monnik Drogo van Sint-Winoksbergen. Voor de moderne vertaling maakte de kunstenaar Jan Jaak de Grave een reeks linosneden, waarvan dertien rechtstreeks uit de vertaling van Drogo komen. De veertiende illustratie, die het mirakel van de kraaien voorstelt, werd gemaakt nadat de kunstenaar in 1981 het wandelend beeldverhaal van de processie te Gistel had gezien. Dit mirakel komt niet voor in de tekst van Drogo, maar maakt wel deel uit van de reeks illustraties bij het heiligenverhaal. De prenten werden in een oplage van 15 exemplaren als serie uitgegeven door Galerij 't Leerhuys in Brugge. Kenmerkend voor de reeks zijn de sterke zwart-wit contrasten, de bijna archaïsche beeldtaal en arceringen waarmee de personages vormgegeven zijn. Deze prent toont de marteldood van de heilige Godelieve. Haar echtgenoot Bertolf liet haar door zijn knechten Lantbert en Hacca vermoorden. Zij bonden een strop rond haar keel en wurgden haar, waarna ze haar ook nog eens onder water hielden om er zeker van te zijn dat zij echt dood was. In het midden van de voorstelling zien we Godelieve, die ondersteboven in een waterput gehouden wordt. Haar ogen zijn nog open en hebben geen uitdrukking meer. Uit haar open mond komen enkele luchtbelletjes. Links en rechts van haar staan de Lantbert en Hacca, die haar met beide handen in de put onder duwen. Met hun ene hand houden zij Godelieves armen stil, met de andere hand duwen ze haar hoofd onder water. Op de achtergrond zijn donkere wolken en een maan te zien.