Twee academische prenten verlijmd op steunkarton. Op de recto zijde is een studie van ogen afgebeeld. Het gaat om een fragment van de eerste plaat uit "Modèles d'après la Bosse". Dit is het eerste deel uit de Cours de Dessin van Charles Bargue en Jean-Léon Gérôme, uitgegeven bij Goupil en Compagnie in 1867. Op die plaat zijn 12 ogen afgebeeld in drie kolommen vanuit verschillende aanzichten. Het gaat om krijtlithografieën, weergegeven als lijntekeningen en voorzien van een kruisvormig raster met hulplijnen. De ogen zijn getekend in eenvoudige vormen met hoekige lijnvoering. In dit fragment zijn de twee ogen frontaal weergegeven. Centraal is het titelschild gedrukt binnen een geornamenteerd kader. De Academie Brugge gebruikte verschillende exemplaren van prenten uit Bargue's Cours de Dessin in tekenlessen. Uit de reeks met ogen zijn nog andere fragmenten bewaard: 0022.GRO0832-841.III. De prenten zijn verknipt en gemonteerd op karton. Ze vertonen gelijkaardige gebruikssporen, zoals gedrukte of getekende hulplijnen. Hier is de pupil en iris aan het bovenste oog toegevoegd in zwart krijt of houtskool. In de marge van het steunkarton staat ook een gestileerde potloodtekening van een kleine figuur met een hoed. Op de verso zijde van het karton is een andere academische prent verlijmd. Het gaat om plaat 30 uit de "Méthode Générale de Dessin" van De Weirdt (1845) met weergave van het hoofd van Seneca, naar Guido Reni. De prent draagt een droog- of blindstempel van de tekenmethode van De Weirdt. De krijtlithografieën werden als voorbeeldstudies gebruikt in tekenlessen, net als de prenten van Bargue. Er zijn enkele toevoegingen op de prent in grijs potlood: op het gezicht is een brilmontuur getekend en onder de afbeelding is een vlugge schets gemaakt van een voorwerp in perspectief.

Detalles

Identificación

Linked open data