Allegorische personificatie van één van de zeven christelijke deugden, volgens een lang geijkte iconografische traditie. De Liefde (Caritas) wordt hier weergegeven als een vrouw met een zogend kind aan de borst en twee andere kinderen naast haar. Eén van de kinderen houdt een hart, als liefdesattribuut, vast. De collectie van het Groeningemuseum bevat nog drie gelijkaardige werken, met personificaties van het Geloof (Fides, 0000.GRO1657.I), de Matigheid (Temperantia, 0000.GRO1658.I) en de Sterkte (Fortitudo, 0000.GRO1659.I). Samen met nog een groot aantal andere taferelen, waaronder voorstellingen uit het leven van Sint-Augustinus en de Kerkvaders, schilderde Quellinus deze compositie voor het refectorium van het voormalige Augustijnenklooster te Brugge. (Naar: H. Vlieghe, Stedelijke Musea Brugge. Catalogus Schilderijen 17de en 18de eeuw, Brugge, 1994, pp. 141-142.)