De twee grote luiken (0000.GRO1542.I-1543.I) zijn elk uit vier aan weerszijden beschilderde paneeltjes samengesteld. Aan de voorzijde wordt de legende van de heilige Ursula en de 11.000 maagden verhaald. De volgorde is zoals een opengeslagen boek. Dit linkse luik toont de volgende vier scènes (v.l.n.r. en v.b.n.o.): 1. Vooraan overhandigt de heidense koning van Engeland een boodschap aan een heraut. Zij bevat het verzoek om zijn zoon Eutherius aan de vrome Ursula, dochter van Deonotus, koning van Bretagne, uit te huwelijken. De wapenrok van de heraut draagt het blazoen van Eward IX (koning van Engeland in de periode waarin het schilderij ontstond). Op het middenplan vertrekt hij naar Bretagne. Op de achtergrond overhandigt hij de boodschap aan koning Deonotus, in het Bijzijn van Ursula. 2. Op goddelijke ingeving stemde Ursula toe, op voorwaarde dat haar eerst 11.000 maagden zouden gezonden worden, met wie ze op bedevaart naar Rome zou gaan. Het tafereel toont de inscheping van de maagden, onder het waakzame oog van de koning en koningin van Engeland en de prins. 3. Ook Ursula scheept in en neemt op de rotsachtige oever afscheid van haar ouders. Het schip draagt wapenschilden met het blazoen van de hertogen van Bretagne. Op de achtergrond zien we het Brugse belfort, zonder de achtkantige bekroning die vanaf 1482 werd gebouwd. 4. De bedevaarders gaan aan wal in Keulen, waarvan men boven de poort het stadsschild bemerkt. Een engel voorspelt Ursula dat zij bij haar terugkeer uit Rome, hier in Keulen de marteldood zal sterven. In gesloten toestand vertoont het paneel in grisailles de vier evangelisten (v.l.n.r. en v.b.n.o.): Johannes (kelk en arend), Mattheus (pen en engel), Lucas (penseel, portret van Maria en os) en Marcus (pen, boek en leeuw).

Detalles

Identificación

Linked open data