Portret van keizerin Maria Theresia, in staatsieornaat, ten voeten uit. Naast haar liggen de koningskronen van Hongarije en Bohemen. Het werk dateert van kort na de Vrede van Aken, die op 18 oktober 1748 een einde maakte aan de tijdelijke Franse bezetting van de Nederlanden en de terugkeer ervan naar de Habsburgse kroon bewerkstelligde. Mogelijk was dit de rechtstreekse aanleiding voor de bestelling van het portret. Matthias de Visch baseerde zich op een prototype van Jean-Etienne Liotard uit 1743.