Fabricante
anónimo
Período y fecha
17de eeuwTwee kleine meisjes, met elk een roos in de hand, staan voor een tafel. Op de tafel staan een wereldbol, een inktpot en een drietal boeken, waarvan er één is opengeslagen. De gezichten van de kinderen hebben een geïndividualiseerd, portretmatig karakter. Hun kleding is karakteristiek voor de Noord-Nederlandse mode in de jaren vijftig van de zeventiende eeuw. De nadrukkelijke aanwezigheid van attributen op het schilderij verraadt een symbolische inslag, met een beklemtoond vanitaskarakter. Bloemen, en rozen in het bijzonder, verzinnebeelden onder meer de vergankelijkheid van de jeugd en het materiële geluk. Boek en wereldbol vormen samen een bekende allegorie van het geestesleven. Het openliggende boek is een bijbel die lijkt te zijn opengeslagen op het tweede hoofdstuk van Prediker, met de beroemde beschouwingen over de ijdelheid der aardse dingen: "IJdelheid der IJdelheden, zegt de Prediker, alles is ijdelheid" (Pred. XII, 8). Een ander opmerkelijk detail is de massieve zuil op de achtergrond. Deze kan symbool staan van de standvastigheid (Fortitudo). Het schilderij zou dan kunnen geïnterpreteerd worden als een portret waarin de jeugd er moraliserend wordt toe aangezet standvastig het pad der deugd te bewandelen, zich niet te laten afleiden door aardse geneugten, en steeds het geestelijk goed te betrachten. Een dergelijke inhoud beantwoordt in ieder geval aan het stoïcijnse ethos van het Calvinistische koopliedenpatriciaat van de zeventiende-eeuwse Noordelijke Nederlanden.