Met dit portret behaalt Odevaere een gouden eremedaille op de Salon van Gent in 1814. Dankzij de signatuur en de datum die op het schilderij voorkomen, kan het werk perfect in het oeuvre van de kunstenaar worden ingelast. Hij realiseert het portret in Brussel, tussen de lange leertijd te Rome (1805-1813) en de benoeming tot hofschilder van koning Willem I (25 juni 1815). De geportretteerden – die tot nu toe ongeïdentificeerd bleven – zijn net terug thuis gekomen op hun landgoed na een wandeling met de jachthond. De mantel van de vader wordt nonchalant op een zetel achtergelaten, terwijl het blauwe kinderhoedje haastig wordt afgenomen om voor de kunstenaar te poseren. Opvallend is het contrast tussen de nadruk op status enerzijds en anderzijds het tedere handgebaar dat de intimiteit van vader en dochter uitdrukt. Mogelijk is de afwezigheid van een moeder in dit gezinsportret te verklaren door haar vroegtijdig overlijden. De kledij, het sentiment, de bewogen stormachtige lucht en de bestudeerde natuurlijkheid getuigen van een zekere anglofilie.

Details

Identification

Linked open data