De voorbereidende tekeningen behandelen dansende paren, wat het oorspronkelijk bedoeld thema was. Zeer kenmerkend werk uit de rijpere expressionistische tijd, zowel in de morfologie van de personages, de gezwollen opbouw als in de gloeiende licht-donkercontrasten van het kleurgebruik. In de jaren 1920 evolueerde Van den Berghe van een extreem en donker expressionisme naar een beheerste en harmonieuze kunst waarin stevige volumes, warme kleuren en een serene sfeer overheersen, al is bij deze schilder het gevoel van onrust nooit ver weg.