Deze lithografie is een sjabloon waarin met de hand deze lofdicht is geschreven. We zien langs de rand de potloodlijnen waarlangs het papier gesneden is. Het kader rond de tekst bestaat uit wervelende plantmotieven die in elkaar verstrengelen. Bovenaan waar de sierlijke plantenstengels samenkomen zien we twee putti. De linkse heeft een veer vast als symbool voor de lichtheid van de ziel en de rechtse heeft een toorts vast als symbool van de Heilige Geest. Centraal boven de twee putti zien we de bijbel, het kruis, de harp van Koning David en erboven de feniks, de vogel die uit diens as herrijst uit de dood. Centraal aan de zijkanten waar de plantenstengels opsplitsen naar het midden toe zien we aan elke kant een engel met een bazuin. De plantenstengels komen in het midden samen en omstrengelen het cijfer acht, ook het teken van de oneindigheid. Dit motief komt weer terug centraal onder waar de plantenmotieven beginnen vanuit een sierlijke acht. Binnen deze sierlijke omkadering zien we een ode en een lofdicht aan de kracht van de Heer.