Studie van een dode tak, vergroot weergegeven. Aan de knoestige tak zijn nog stukken schors vastgehecht. Door deze berekende en verfijnde manier van arceren kan men haast de gladheid van het kale hout waarnemen. De tekening is een zeer nauwkeurige studie voor een (niet teruggevonden) schilderij. In en rond de voorstelling zijn de letters a tot g geschreven. Rechtsboven worden deze kleuraanduidingen (a-g) in pen verduidelijkt; écorse grise noirâtre, brun rougeâtre, brun, jaunâtre, gris, gris bleuâtre en rougâtre. Op de achterzijde bevindt zich een zwarte collectie stempel van Jean van Caloen. De tekening is in langdurig bruikleen van de Stichting Jean van Caloen (inv. nr. VCL 1848). Vermoedelijk kreeg de Stichting van Jean van Caloen 34 Legillon- tekeningen, waaronder deze, uit de collectie van J.B. Suvée na diens overlijden. Ze zijn in zwart krijt of in pen getekend, soms met wit gehoogd en met grijs gewassen. Ze zijn meestal voluit gesigneerd: "Legillon". Gebaseerd op: “Delineavit & Sculpsit”, Nov. 1997, nr 21.

Einzelheiten

Identifizierung

Linked open data