Academische compositiestudie getekend door Pierre Rousseau in 1828. Rousseau was afkomstig uit Izegem en tekende deze studie als leerling in de klas naar compositie, aan de Academie Brugge. Met deze tekening nam hij deel aan de prijswedstrijd, waarbij hij tot primus werd bekroond. Deze compositie met drie centrale figuren stelt de onthoofding van Johannes de Doper voor. In het midden ligt het onthoofde lichaam van Johannes op de grond. Links staat de soldaat die het bevel kreeg Johannes te onthoofden, nog met het zwaard in de hand. Met zijn andere hand legt hij het afgehakte hoofd op het dienblad van de vrouw die rechts staat. Het kan om Salomé gaan of haar dienstmaagd. De scène speelt zich af in een ruimte met een kruisribgewelf met doorhangende sluitsteen of druiper. Dit stelt wellicht de kerker van de gevangenen voor. In de muur op de achtergrond is centraal een ronde raamopening weergegeven, met daaronder een open deur. In de deuropening maakte Rousseau nog een aanzet van een andere figuur. Hij tekende in zwart krijt of houtskool, subtiel gehoogd met wit krijt. De aantekeningen tonen aan dat het om een prijstekening gaat. De toegewezen letter 'A', waaronder Rousseau anoniem tekende, staat linksboven op het verlijmde etiket. Daar zijn ook de academiestempel en gedateerde handtekening van directeur Jan-Robert Calloigne te zien. Dat Rousseau de eerste prijs behaalde, werd linksonder (cf. j) genoteerd. Daar werden ook zijn naam en de datering opgeschreven. Rousseau was in 1828 ook ingeschreven in de klas naar levend model.

Einzelheiten

Identifizierung

Linked open data