Gezicht op de Brugse Braamberg (nu Vismarkt) vanop de Blinde Ezelsbrug. De gebouwen aan de oostkant behoorden toe aan het beenhouwersambacht. Uiterst links de Steenhouwersdijk met het kleermakersambachtshuis (tweede huis van links). Op de achtergrond de verdwenen kerk van de Minderbroeders en uiterst rechts de Onze-Lieve-Vrouwetoren. In dit stadsgezicht zijn de leden van het kleermakersambacht voorgesteld, terwijl ze zich op Allerheiligen begeven naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Ze zullen er de jaarmis bijwonen ter herdenking van Lodewijk van Gruuthuse, volgens wie ze op Allerheiligen dertien armen dienen te kleden, een tafereel dat rechts is uitgebeeld. Verschillende bestuursleden van het ambacht zijn te herkennen op het schilderij. De oorspronkelijke bestemming van het werk zou de ambachtskamer van de Brugse kleermakers geweest zijn.