De kleine Jezus slaat zijn linkerarm om de hals van zijn moeder en grijpt met zijn rechterhand naar de halsuitsnit van haar kleed. Deze bijzonder succesrijke compositie is overgenomen van Rogier van der Weyden. Zijn zogenaamde 'Madonna met omhelzend Kind' is gekend uit een enorm aantal Brugse kopieën. De Latijnse mariale teksten op de luiken zijn niet buitengewoon maar het jaartal 1533 is des te belangrijker omdat er tot nu toe slechts zeven gedateerde panelen aan Ambrosius Benson werden toegeschreven. Het middenluik toont duidelijke kenmerken van zijn stijl in het Mariatype met het ovale gezicht, het kabbelende haar en de houterige handen met zeer lange, opvallend knokige vingers.