Hersteller
Jacob I van OostPeriode und Datierung
17de eeuwDe burgerman wijst ostentatief naar het ommeland om onze aandacht te vestigen op zijn bezittingen. Het lage gezichtspunt maakt dat de personages een imposante indruk maken. De familie is onbekend, maar door het herkenbare silhouet van de stad Brugge dient de familie in Brugse context gesitueerd te worden. De leeftijden van de familieleden zijn onopvallend geïntegreerd: bij de man op de hiel van zijn schoen (46), bij de vrouw op haar waaier (26), bij de kleine jongen naast haar op zijn hoedje (3), bij het zittende meisje op het kussen in haar korf (15), bij de jongeman op zijn laars (17), en bij het kindje in de armen van het kindermeisje op het stuk brood in haar handen (1). Uit het grote leeftijdsverschil tussen de echtgenoten enerzijds, en de jonge leeftijd van de vrouw anderzijds, kan afgeleid worden dat de kinderen uit twee huwelijken moeten stammen. Waarschijnlijk zijn alleen de twee kleinste kinderen geboren uit het huwelijk met de hier afgebeelde vrouw. Uiterst links op het schilderij staat een tuinman met een spade over de schouder, afdalend naar de tuin. Zoals bij de meeste familieportretten bevat dit werk een onderliggende symboliek, verwijzend naar liefde, zuiverheid en vruchtbaarheid, als voorwaarden voor een harmonisch gezinsleven. Daarnaast wordt de sociale status van het gezin belicht. (Naar: H. Vlieghe, Stedelijke Musea Brugge. Catalogus Schilderijen 17de en 18de eeuw, Brugge, 1994, pp. 194-195.)