Kerstkribbe onder een hoog verguld baldakijn met een uitstekende pinakel met kruisbloem, hoekpinakels en vier engelenbeeldjes. De architectonische bekroning met opengewerkte ojiefbogen steunt op twee ronde, groene zuilen. Het geheel steunt op een overhoeks aangebrachte platte, geprofileerde basis. Het kerstwiegje is beweegbaar. Het heeft op de vier hoeken een pinakeltje dat met een ketting aan de zuilen is bevestigd. Over het wiegje ligt een dekentje van geborduurd textiel met op de keerzijde het jaartal 1714, een kroon en de letters S. IOSEPH opgenaaid. Het Jezuskindje is zeer klein en uit gedeeltelijk verguld zilver gemaakt. Het houdt een duif in de handen. Het architectonisch geheel heeft een inherente symboliek: de zuilen staan voor het Oude en het Nieuwe Testament, de platte, rechthoekige basis voor de basis van het geloof. Het wiegje zelf symboliseert het hart van het geloof.