Academische studie naar prent van de graflegging van Atala, getekend door Jean-Baptiste van Maldeghem in 1826. Van Maldeghem was toen leerling in de eerste klas naar prenten aan de Academie Brugge. Hij behaalde de eerste prijs in de wedstrijd van 1826. Een opschrift op de tekening vermeldt dat hij afkomstig was uit Dentergem. De tekening op liggend formaat beeldt de overleden jonge vrouw Atala af, in liggende houding van hoofd tot middel. Ze is weergegeven met gesloten ogen, gedragen in de armen van een persoon waarvan enkel de ondersteunende hand zichtbaar is. Er ligt een kruis op haar lichaam, haar handen zijn samengebracht op haar buik. Het gebruikte medium is zwart krijt of houtskool. Dit onderwerp is een detail uit het schilderij 'Atala au tombeau' van Anne Louis Girodet-Trioson. Het gaat om de graflegging van Atala waarbij haar geliefde, Chactas, haar benen treurend omarmt. Voor deze studie werd gewerkt naar een prent van Girard (graveur), naar tekening van Réverdin, met afbeelding van het detail van de gestorvene Atala. Een overeenkomstige prent wordt bewaard in het Prentenkabinet van de KBR (S. I 18786). De aantekeningen op de studie zijn gerelateerd aan de wedstrijddeelname van de leerling. Rechtsboven werd de academiestempel op het tekenpapier gedrukt en plaatste Joseph Ducq zijn handtekening als directeur van de Academie. Hier werd het papieren etiket met het tekennummer '9' opgekleefd. Dit nummer kreeg van Maldeghem toegewezen bij zijn deelname aan het concours. Onderaan links noteerde men de naam van de leerling-tekenaar na afloop van het prijskamp. De tekening is bewaard in een album met andere academietekeningen naar prenten. Een tweede tekening door van Maldeghem bevindt zich ook in dit album: 0016.GRO0142.30.II. Carolus Loys werd tweede in de wedstrijd van 1826 en tekende naar hetzelfde onderwerp: 0016.GRO0142.33.II.