Vervaardiger
anoniem
toegeschreven aan Jan Anton GaremijnPeriode en datering
18de eeuwDit gedetailleerde en bijna topografisch geschilderde landschap toont een typische 18de-eeuwse siertuin. Het doek wordt toegeschreven aan Jan Anton Garemijn die uitmunt in het schilderen van dergelijke composities. Lange tijd werd gedacht dat het hier gaat om de tuin van de vroegere Eeckhoutabdij waarvan de gebouwen aan de rechterkant van het schilderij te zien zijn. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat de voorstelling betrekking heeft op een formele privé-tuin die in 1759 eigendom is van raadslid François Willaeys en zijn echtgenote Anne-Thérèse Vleys. De tuin is uitgewerkt volgens de richtlijnen van de grote Franse tuinarchitecten van die tijd. Hij bestaat uit twaalf rechthoekige parterres, sommige met een grasmat, andere met bloembedden of met laagstammige fruitbomen. Kleine monumenten vrolijken de tuin op. De grote Franse tuin met de symmetrisch aangelegde grasperken is nog maar recent aangelegd wanneer het doek in 1759 geschilderd wordt. Aan de oostzijde van de tuin, rechts in het schilderij, afgesloten door een haag, herkennen we de bloeiende boomgaard van de Eeckhoutabdij waarin later het Groeningemuseum wordt gebouwd. Op het schilderij zijn daarnaast ook het Belfort, de Onze-Lieve-Vrouwekerk, het Gruuthusepaleis (vóór de 19de-eeuwse verbouwingen) en de Sint-Salvatorskerk afgebeeld.