Vervaardiger
Jheronimus BoschPeriode en datering
16de eeuw 15de eeuwHet linkerluik vertoont het hemelrijk in de zonnige natuur, als een aards paradijs. De compositie bestaat uit een diep landschap, met enkele luchtig verdeelde hoofdmotieven waartussen kleine ontklede personages zich vermeien. In de lucht rijzen gevleugelde wezens en vogels naar de hoge wolken. De belangrijkste motieven zijn de volgende. Fontein des Levens, een rond fonteingebouw in Renaissancegeest met gotische reminiscenties en grillige versiering, de voet in een waterbekken waaruit de vier stromen van het Paradijs vloeien; een eerste balkon op zuilen vormt een bovenbekken dat water ontvangt uit watermonden van de hogere geleding, en overloopt langs spuwers; hoger een belvédère. Holle vruchtenbast, waarin gelukzaligen vertoeven en waarrond ze stoeien. Wonderschip met tent, een galjoen in top; bazuinende engelen op het gevleugelde achterdek; personages en vogels. Bloem met parelvrucht, aan een pijlvormig kroonblad grijpt een gelukzalige zich vast; deze houdt jeneverbestakjes. Harpspelende engel, waarbij drie hemelingen knielen. De keerzijde van het luik vertoont de resten van een Doornenkroning, die in het midden op de twee vlakke stijlen van de lijst op het andere luik doorloopt.