Dit familieportret werd in 1790 geschilderd door een Brugse kunstenaar die in Parijs woonde en werkte tijdens de bewogen jaren van de Franse revolutie. Volgens de traditie is hier een familie Villers voorgesteld, die door sommigen met het gezin van Marc-Etienne de Villiers du Terrage wordt geïdentificeerd. Het centrale thema van het schilderij is de trouw. Die deugd wordt uitgebeeld in de ovale grisaille met een vrouwefiguur die een hond streelt terwijl ze in haar neerhangende hand de lauwerkrans van de overwinning houdt. De trouw werd als grondslag van het huishoudelijk geluk beschouwd, maar zij was voor een edelman ook een belangrijke waarde in de zin van trouw aan koning en natie. Door die dubbele betekenis krijgt het schijnbaar onbezorgde tafereel een tragische bijklank. Immers, de toenmalige gebeurtenissen – het straatgeweld dat zich tegen de koning en de adel keerde, de afschaffing van de adellijke en kerkelijke privileges in 1790 – waren onheilspellende voortekenen. De doodsklok werd geluid over de verfijnde leefwereld van de aristocratie.