De Maagd Maria zoogt haar Kind terwijl Jozef iets verderop de ezel laat drinken. Simultaan worden in het landschap nog twee andere apocriefe episodes uit de vlucht als detail afgebeeld. Het gaat om het mirakel van het graan en het stukvallen van de afgodsbeelden. Rechts in het bos stapt een man met een speer. Hij stelt waarschijnlijk de Goede Moordenaar voor die na zijn deelname aan een overval op de Heilige Familie medelijden kreeg en hen de weg in het bos wees. De dorre boom met rondvliegende kraaien is wellicht als symbool van het heidendom bedoeld, in contrast met de bloeiende bosdreef rechts. De Madonna en het Kind gaan terug op een type dat Rogier van der Weyden en Gerard David ontwikkelden en dat veelvuldig herhaald werd in de Brugse ateliers van de late 15de eeuw en de vroege 16de eeuw. De zeer traditionele compositie wijkt enkel af in de uitbeelding ten voeten uit in plaats van in halffiguur. Het schilderij kan worden vergeleken met een soortgelijk paneel dat aan Adriaan Isenbrant wordt toegeschreven.

Détails

Identification

Linked open data