De Brugs-Parijse kunstenaar Albert Gregorius schildert het monumentale staatsieportret van de Franse graaf Charles-Antoine Chasset in 1813. Gregorius geniet vooral bekendheid als schilder van portretten en historische taferelen. Hij studeert aan de academie van Brugge en is daar beschermeling van de miniaturist Franciscus van der Donckt. In 1801 trekt Gregorius naar Parijs en studeert er achtereenvolgens bij Joseph Benoît Suvée en diens rivaal Jacques Louis David. Hij ontpopt zich snel tot een uiterst bekwame portrettist en toont zijn werk tussen 1812 en 1835 meermaals op de Parijse Salons. Hij schildert portretten van onder meer Napoleon, Lodewijk XVIII, Karel X, Louis Philippe. In 1835 keert hij naar Brugge terug en wordt directeur van de academie. Wanneer dit levensgrote portret in 1813 geschilderd wordt, bevindt Charles-Antoine Chasset (1745 – 1824) zich op het hoogtepunt van zijn loopbaan. Enkele jaren voordien in de adelstand verheven, poseert de zelfbewuste Napoleontische aristocraat in een statig vertrek met marmeren wandbekleding en monumentale pilasters. Aangezien hij toen reeds vijf jaar lang de rol van senator vervulde, draagt hij hier het uniform van senator van het eerste Franse Keizerrijk. Typisch voor die tijd zijn de witte kanten jabot rond de hals, de donkere kniebroek, de bleke kousen en de schoenen met vierkante gesp. Ook het herenkapsel is karakteristiek met de witte pruik waarbij het haar naar achter gekamd wordt en boven de oren in krullen wordt gelegd.

Détails

Identification

Linked open data