Dit schilderij is een kopie naar Rubens' 'Grootmoedigheid van Scipio' uit circa 1618-1620, dat door brand vernield is. Deze kopie werd uitgevoerd naar de prent die Schelte a Bolswert naar Rubens' origineel maakte. Het in beeld gebrachte verhaal is ontleend aan Titus Livius, Ab Urbe Condita, XXVI. Daar wordt beschreven hoe Scipio Africanus in Spanje een gevangengenomen vrouw weer vrijliet. Hij gaf bovendien het losgeld terug dat haar ouders hadden aangeboden. Op het schilderij zit Scipio links, wijzend naar de schatten. Voor hem knielt Alludius, de bruidegom van de vrouw. Het koppel houdt elkaars handen vast, als teken van trouw. Naast Scipio, op het achterplan zijn de ouders te zien. Rechts staan enkele diensters en soldaten. Dit thema is een traditioneel 'exemplum virtutis' voor de uitbeelding van de deugd van grootmoedigheid en van kuisheid.

Détails

Identification

Linked open data