Dit werk is een retabel, bestaande uit een drieluik en predella, en bevat zes taferelen uit het leven van Christus met de nadruk op de passie. Het linkerluik toont de kruisdraging, het middenluik de kruisafneming met op de achtergrond de graflegging en het rechterluik de verrijzenis. Op de predella zijn van links naar rechts de annunciatie, de aanbidding door de herders en de besnijdenis afgebeeld. Dit werk was oorspronkelijk op doek geschilderd. Vermoedelijk op het einde van de 16de eeuw of het begin van de 17de eeuw werd het omgevormd tot een sluitbaar drieluik. Op de voorzijde werden de versneden fragmenten van het doek geplakt. Het werk is zowel naar samenstelling als door de grisailletechniek uitzonderlijk in het oeuvre van Pieter Pourbus. Gesloten vertoont het retabel in het bovenregister links Veronica en rechts, als opdrachtgever, een geestelijke gepatroneerd door Karel de Grote. In het benedenregister staan links de heilige Nicolaas en rechts de heilige Adrianus, en op beide panelen een verschillend wapenschild dat nog niet werd geidentificeerd. Deze buitenzijde is niet in grisaille geschilderd en, naar de stijl te oordelen, op het einde van de 16de eeuw of begin van de 17de eeuw ontstaan.