Fabricante
Joseph DucqPeríodo y fecha
19de eeuwBaron Charles-Louis de Keverberg de Kessel (Halen-Aldengoor (NL) 1768 – Den Haag 1841) wordt hier op vijftigjarige leeftijd ten voeten uit geportretteerd in zijn werkvertrek naar aanleiding van zijn tweede huwelijk met de Engelse Mary Lodge (Rochdale 1794 – Halen Aldengoor 1879). Hij draagt een donker kostuum en wit hemd met nauw aansluitende kniebroek, kousen en molièreschoenen. Op de kraag van zijn jas prijkt het onderscheidingsteken van de Orde van de Nederlandse Leeuw. In de rechterhand houdt hij een brief uit Gent vast. Zijn linkerhand wijst naar een schrijftafel met een rood kleed. Daarop staan een kandelaar, een koperen inktstel met zijn wapen, koperen bel en enkele boeken en papieren. Op de achtergrond onthult een opzijgeschoven gordijn een nis met het beeld van Demeter, godin van groei en vruchtbaarheid, met daaronder een Griekse inscriptie ‘stachuophoros / Demeter’ (draagster van koren / Demeter). Het blazoen van De Keverberg is rechts boven de zuil aangebracht tussen twee schildhouders: links een gevleugelde en rechts een klimmende leeuw. De monumentale ruimte met hoge zuilen, de meubels en het tapijt weerspiegelen op treffende wijze de hoge sociale status van de niet meer zo jonge bruidegom. Keverberg trouwt met Mary Lodge tijdens zijn ambtsperiode als gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen (1817-1819). In dezelfde tijdsspanne schrijft hij het boek Ursula Princesse Britannique dat de eerste volwaardige monografie over Hans Memling wordt. Dit boek zal de aanzet vormen voor het onderzoek naar de Vlaamse Primitieven. Daarnaast zet baron de Keverberg zich in voor de slechte bewaringstoestand van sommige schilderijen van de Vlaamse Primitieven en bewerkstelligt hij de restauratie van onder meer Memlings Sint-Jansdrieluik door Joseph Ducq.