Grillig berglandschap met aan weerskanten geschetste rotspartijen waar een rivier en een weg doorheen kronkelen. Aan de buitenkant van de voorstelling worden er rotspartijen afgebeeld met bovenop bomen met grof getekend gebladerte. Hierdoor wordt er in het midden een panoramische doorkijk gecreëerd. In het midden is er een hekken met doorgang naar een kruis. Rechtsonder staat een onbekende collectiestempel (o in rood). Er wordt een diepte-effect verkregen door een compositieschema met hooggelegen voorplan en door de toonwaarden van voren naar achteren te temperen. Dit is een werkwijze dat door Tobias Verhaecht herhaaldelijk werd toegepast. De tekening kan echter op basis van stijlkritische gronden niet aan hem worden toegeschreven. Ze vertoont namelijk niet de hoekige tekentrant van Verhaecht. De tekening wordt toegeschreven aan een navolger van Verhaecht, Pieter van Hoeck. De tekening wordt namelijk gekenmerkt door een zorgeloosheid in de uitvoering en door zware pennentrekken. Pieter was een leerling van Verhaecht die zijn meester op een haast bedrieglijke wijze nabootste. Gesigneerde werken van Hoeck zijn zeer zeldzaam. Midden onder op steunblad is echter een oude inscriptie: “(h)ouck” [?] te lezen. Het alpenlandschap is een oude kopie naar Tobias Verhaecht. De tekening is in langdurig bruikleen van de Stichting Jean van Caloen (inv. nr. VCL 1816). Gebaseerd op: “Delineavit & Sculpsit”, Nov. 1997, nr 11.

Details

Identification

Linked open data