De voorstelling toont Maria en Kind samen met Johannes de Doper bovenaan. Maria zit neer en houdt Christus vast. Johannes de Doper houdt zijn handen samengevouwen in een smeedbede. Hij wordt afgebeeld met een aureool. Onder deze hoofdfiguren vliegen twee engelen die mensen uit het vagevuur vastgrijpen. Er zijn veel overeenkomsten met o.a. andere werken van Quellinus, alsook met een prent Gekruisigde Christus van Jacob Neeffs naar Quellinus. Daarnaast is er ook overeenkomst met de plafondschildering Allegorie van de stad Amsterdam die Quellinus in 1656 in het stadhuis aldaar realiseerde. De tekening wordt beschreven in Cécile Kruyfthooft, Robert-Jan te Rijdt, Gert Jan van der Sman, Janno van Tatenhove in, 'Delineavit & Sculpsit,' nummer 13 gepubliceerd in november 1997. De tekening is in langdurig bruikleen van de Stichting Jean van Caloen (inv. nr. VCL 1821).

Details

Identification

Linked open data