Drie gravures uit een serie van veertien, die de twaalf apostelen en Jezus verbeelden. De drie prenten, plaat twee, drie en vijf, zijn aan elkaar geplakt en vormen nu dus één object. De architecturale kaders waarin de apostelen zijn afgebeeld lopen aan de bovenkant min of meer in elkaar over. Van links naar rechts zijn de apostelen Andreas, Jakobus de Meerdere en Thomas voluit afgebeeld. Zij staan elk in een architecturaal kader tussen twee marmeren pilaren, met een kroonlijst aan de bovenzijde. Er is telkens een doorkijk naar een landschap op de achtergrond. Elke apostel is afgebeeld met een attribuut. Links staat de apostel Andreas tegen een x-vorming kruis geleund, dat hij met zijn linkerarm vasthoudt. Hij kijkt naar een opengeslagen boek dat rechts op de grond tegen de pilaar geleund staat. Met zijn linkervoet staat hij op een steen. Boven zijn hoofd zweeft een aureool. Dit is prent twee uit de reeks. In het midden staat de apostel Jakobus de Meerdere. Hij draagt een hoed met een sint-jacobsschelp op de voorzijde. Boven de hoed zweeft ook een aureool. In zijn linkerhand heeft hij een staf met een scherpe punt aan de onderkant. Om zijn pols hangen een buidel met een gesp en een kleine kruik. In zijn rechterhand heeft hij een opengeslagen boek. Hij kijkt naar rechtsboven. Dit is prent drie uit de reeks. Rechts staat de apostel Thomas. Hij is van op de rug afgebeeld, maar draait zijn bovenlichaam zo naar links dat zijn gezicht in profiel gezien word. In zijn rechterarm heeft hij een speer vast met daarop een datum; A[nn]o 1578. Hij kijkt naar een opengeslagen boek dat hij in zijn linkerhand heeft. Boven zijn hoofd zweeft een aureool. Onder zijn voeten is (in vroege drukken) nog vaag de signatuur van Johannes/Jan Ditmaer te lezen. Hij is degene die de architecturale omlijsting graveerde, zoals vermeld in Hollstein (1159). Dit is prent vijf uit de reeks.

Details

Identification

Linked open data