Het meisje is weergegeven in een, in grisaille geschilderde, medaillon, alsof zij achter een raam stond: met haar rechterarm leunt zij op de rand van de in trompe-l’oeil geschilderde ovale omlijsting, die rust op een sokkel. Zij draagt een grote zomerhoed, die onder haar kin is vastgestrikt met een brede lus. In haar corsage zit een roos. Terecht wordt gewezen dat dit meisje wellicht de dochter is van de dame op het portret (0000.GRO1513.I), eveneens in de collectie. Beide ook stillistisch zeer verwante portretten zijn dan ook te beschouwen als een samenhangende groep. De familietrekken, met name de neus en de dunne bovenlip, zijn in de beide portretten zo opmerkelijk gelijk getypeerd dat je moeilijk anders kan denken. Overigens hebben de twee portretten dezelfde herkomst en afmetingen.