Paul-Jean Clays is al van jongs af aan in de ban van de zee. Voor hij schilder wordt, is hij zeeman. Clays krijgt zijn schildersopleiding in Parijs van zeeschilder Théodore Gudin, die zelf een oud-leerling is van de zeer romantische Girodet. Clays vestigt zich later in Antwerpen en bestudeert er de benedenloop van de Schelde, waarvan dit werk één van de resultaten vormt. Hij reist ook vaak naar Nederland, bij voorkeur naar Zeeland, tot hij zich definitief in Brussel vestigt. Zijn zeegezichten verraden een precieze waarnemingszin, een authentiek gevoel voor de zee en stralen soms een sfeer uit die men nog het beste als romantisch kan omschrijven. Omstreeks 1855 kiest hij voor een realistische aanpak en vernieuwt hij de marineschilderkunst door het van al het conventionele te ontdoen. Clays is een gedegen vakman die werkt met een subtiel kleurenpalet. Zijn voorkeur gaat uit naar kalme zeeën. Wanneer hij toch een onstuimige zee schildert, is die nooit echt onrustbarend.